Verschillen tussen gemeenten in het toezicht op de kinderopvang
Veilige en goede kinderopvang is belangrijk voor ouders en kinderen. Daarom houden GGD’en in opdracht van de gemeenten toezicht op de kinderopvang en kunnen gemeenten handhavend optreden als de kwaliteit van de opvang in het geding is.
Eerdere onderzoeken suggereren dat GGD’en en gemeenten verschillen in hoe zij dit uitvoeren. Het was echter niet duidelijk hoe groot deze verschillen zijn, hoe vaak ze voorkomen en of de verschillen onwenselijk zijn. AEF’ers Robin Groen, Carolien Bosshardt, David Schelfhout en Irene Niessen hebben dit onderzocht in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Uit ons onderzoek blijkt dat er inderdaad verschillen zijn. Op sommige onderwerpen zijn verschillen substantieel. Dat geldt bijvoorbeeld voor het aantal tekortkomingen dat GGD’en per locatie constateren en de manier waarop gemeenten handhaven. De meeste van de gevonden verschillen zijn een logisch gevolg van het decentraal ingerichte stelsel van toezicht en handhaving. Deze verschillen zijn dus niet direct onwenselijk. Sommige verschillen kunnen echter wel een negatieve impact hebben op het level playing field of door aanbieders ervaren rechtsgelijkheid.
Ons advies aan de betrokken partijen is om tot een gedeeld beeld te komen over wanneer verschillen van meerwaarde zijn en welke verschillen minder gewenst zijn. En om voor ongewenste verschillen om tafel te gaan om meer uniformiteit te creëren.
Benieuwd naar dit project? Collega’s Robin, Carolien, David en Irene vertellen je er graag meer over.