Elk kind verdient een kansrijke start

De eerste duizend dagen van een kind – van conceptie tot peuterleeftijd – zijn cruciaal voor een gezonde en veilige ontwikkeling. Toch groeit in Nederland nog steeds een grote groep kinderen op met een achterstand. Dat vergroot de kans op gezondheidsproblemen, armoede of ongelijke kansen later in het leven.

De vraag hoe we elk kind een goede start geven, raakt daarom niet alleen gezinnen, maar onze hele samenleving. AEF’er Sanne van Eerden vertelt over haar werk met de Landelijke coalitie Kansrijke Start.

Wat maakt dit vraagstuk voor jou en voor de samenleving zo belangrijk?

Sanne: “Als een kind in de eerste duizend dagen van diens leven onvoldoende steun, veiligheid of gezondheid ervaart, werkt dat vaak levenslang door. Je ziet dat in schoolprestaties, in gezondheid, in de mate van kansengelijkheid. En dat raakt niet alleen het kind en het gezin, maar ook de samenleving. Het idee dat we dit kunnen voorkomen door vroeg samen in te grijpen, motiveert me enorm. Het is een maatschappelijke missie die verder gaat dan zorg of onderwijs alleen: dit gaat over hoe we samen zorgen voor de volgende generatie.”

Wat leverde dit traject concreet op?
“Samen met de ambassadeurs en VWS hebben we producten ontwikkeld die het belang van een kansrijke start tastbaar maken. Zoals Het Kansrijke Start-verhaal, dat uitlegt waarom de eerste duizend dagen zo cruciaal zijn. En het opiniestuk in Zorgvisie met Marjolein Moorman, over kraamzorg en kansengelijkheid. Daarnaast werken we met de coalitie toe naar een maatschappelijk collectief: een beweging waarin iedereen vanuit zijn of haar rol bijdraagt aan dit doel.”

Was er een moment dat je persoonlijk raakte of verraste?
“Een van de dingen die mij het meest bijblijven, zijn de ontmoetingen met ouders en professionals in het land – van Heerlen tot Groningen. Hun verhalen maken de urgentie tastbaar. Voor mijn dochter van zes is dit project inmiddels ook favoriet: zij vraagt regelmatig of ik weer een taalkoffertje mee naar huis neem of een babyknuffel die we tijdens bijeenkomsten gebruiken om het gesprek te openen. Natuurlijk werken we keihard, maar juist die combinatie van ernst en warmte maakt dit project bijzonder.”

Welke lessen neem je mee naar andere projecten?
“Voor mij is de belangrijkste les dat maatschappelijke verandering begint bij intrinsieke gemotiveerde mensen, die samenwerken over hun eigen grenzen heen. Of je nu bestuurder, professional, ervaringsdeskundige of beleidsmaker bent. Dat vraagt om een manier van begeleiding die verder gaat dan het proces goed regelen: het 'aan' zetten van die intrinsieke motivatie en omzetten naar inzet gericht op de leidende maatschappelijke opgave is de crux.”

Meer weten over dit project? Stuur Sanne een berichtje. Of lees hier meer over ons onderzoek: Onze missie.