Projecten

Passend onderwijs: van belofte naar praktijk

Andrej lisakov z WUYX9a0j Hw unsplash

Hoe zorgen we dat elk kind een passende plek vindt in het onderwijs? In Groningen en Noordenveld onderzochten we wat ervoor nodig is om inclusiever onderwijs in deze regio mogelijk te maken.

Elk kind heeft recht op een passende plek in het onderwijs. Toch lukt het in de praktijk vaak niet om een dekkend netwerk van passende voorzieningen te realiseren. In verschillende regio’s is het netwerk van voorzieningen versnipperd of ontoegankelijk, waardoor leerlingen die tijdelijk niet volledig naar school kunnen of die méér nodig hebben dan alleen onderwijs, soms nergens terecht kunnen. Het gevolg: een groeiend aantal thuiszitters en druk op zowel reguliere als speciale scholen. Uiteindelijk betekent dit dat kwetsbare kinderen minder kansen krijgen om zichte ontwikkelen – en dat raakt ons allemaal. AEF’er Janneke Jansink deelt de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen uit het onderzoek.

Wat maakt dit vraagstuk zo belangrijk?
Janneke: “Passend onderwijs betekent: kinderen het recht geven op een onderwijsplek die bij hen past en waar zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Als die plek er niet is, heeft dat niet alleen impact op de leerontwikkeling van een kind, maar ook op diens sociale ontwikkeling en kansen om mee te doen. Ik zie dat scholen enorm hun best doen, maar ik denk dat dat er ook een systeemverandering nodig is om passend onderwijs echt voor elkaar te krijgen.”

AEF Janneke Jansink foto 2025
“Passend onderwijs gaat over kinderen die recht hebben op kansen. Als een leerling thuiszit, verliest hij of zij niet alleen lessen, maar ook de kans om zich sociaal te ontwikkelen.”
Janneke Jansink, Adviseur

Wat vroeg het samenwerkingsverband jullie precies te onderzoeken?
“Voor samenwerkingsverband PO 20.01, verantwoordelijk voor ruim 45.000 basisschoolleerlingen in Groningen en Noordenveld, zijn voorzieningen essentieel. Denk aan trajectklassen of observatieplekken, die leerlingen tijdelijk ondersteunen en docenten kunnen adviseren. De vraag was: hoe functioneert dit netwerk nu, waar zitten de gaten, en hoe kan het bijdragen aan inclusiever en thuisnabij onderwijs? We hebben het huidige aanbod in kaart gebracht, financiële keuzes geanalyseerd en uitgebreid gesproken met schoolbestuurders, directeuren en de deelverbanden in de regio.”

Wat kwam er uit jullie onderzoek naar voren?
“We zagen dat er veel waardevolle initiatieven zijn, maar dat het netwerk versnipperd is en ongelijk verdeeld over de regio. Het ontbreekt op belangrijke onderdelen nog aan gezamenlijke visie en structuur. Daardoor sluiten voorzieningen niet altijd goed op elkaar aan. We adviseren om zes ‘bouwstenen’ als fundament te nemen – zoals het versterken van regulier onderwijs, het vergroten van de tijdelijkheid van het speciaal (basis)onderwijs en het ontwikkelen van gespecialiseerde kindcentra. Door die bouwstenen samen verder in te vullen kan er samenhang en richting ontstaan.”

Getty images LV8 F Fh G Oid8 unsplash
“Het dekkend netwerk is historisch gegroeid en daardoor versnipperd. Er is behoefte aan een gezamenlijke visie en een stevig fundament.”

Hoe heeft AEF in dit traject het verschil kunnen maken?
“Onze kracht zat in de combinatie van analyse en dialoog. We hebben niet alleen cijfers en voorzieningen in kaart gebracht, maar vooral het gesprek gevoerd met de mensen die dagelijks het verschil proberen te maken. Daardoor kwamen er scherpe inzichten op tafel, en ontstond er energie om samen vooruit te kijken. Het rapport biedt nu een basis om samen met schoolbesturen en het samenwerkingsverband te bouwen aan een robuust en toegankelijk netwerk.”

Was er een moment dat jou persoonlijk heeft geraakt?
“Ja, tijdens een gesprek met schooldirecteuren viel me op hoe groot hun inzet en betrokkenheid is. Ze zoeken steeds naar creatieve oplossingen om leerlingen een passende plek te geven, ook als dat veel van hen vraagt. Ik werd geïnspireerd door hun energie, maar ook door hun eerlijkheid: het lukt niet altijd, en dat doet pijn. Nog lastiger is het dat het systeem ook niet meewerkt: zo hebben directeuren soms het gevoel dat er een ‘straf’ staat op het binnenboord houden van leerlingen, bijvoorbeeld omdat de schoolprestaties dan lager kunnen uitvallen.”

Welke lessen neem je mee naar andere projecten?
“Dat inclusiever onderwijs niet alleen vraagt om goed beleid of heldere rapporten, maar vooral om een gedragen visie die in de praktijk wordt geleefd door leerkrachten, intern begeleiders en schoolleiders. En dat er altijd ruimte zal moeten zijn voor specialistische voorzieningen, voor de kinderen waarvoor dat nodig is.”

Meer weten over dit project? Stuur Janneke een berichtje.

Deze zoekopdracht heeft geen resultaten opgeleverd. Probeer het met een andere zoekterm