Effectieve coördinatie is de sleutel voor succesvolle transities
De energietransitie, de druk op de zorg en de jeugdzorgcrisis: in veel domeinen loopt de bestaande manier van organiseren vast. Hoe komt dat? En kunnen we effectief op deze domeinen samenwerken zonder de boel nodeloos ingewikkeld te maken?
Oud-AEF’er Maarten Veraart over botsende belangen, blokkades wegnemen en vooral: pragmatisch blijven.
Waarom lopen grote publieke transities volgens jou vast?
Maarten: “In vrijwel alle publieke sectoren zie je dat de uitdagingen veel groter en complexer zijn geworden. Klimaatverandering dwingt ons om het energiesysteem volledig om te bouwen, de zorg staat onder enorme druk door vergrijzing en arbeidsmarktkrapte, en in de jeugdzorg is het aantal hulpvragen explosief gestegen. De bestaande spelregels en regelgeving zijn daar vaak niet op toegesneden. Organisaties worden nog steeds in de eerste plaats afgerekend op hun eigen prestaties, terwijl het echte verschil alleen te maken is als partijen samenwerken. Zonder betere coördinatie krijgen we de energietransitie of de zorgopgave nooit voor elkaar.”
Wat maakt een vraagstuk als de energietransitie inhoudelijk zo ingewikkeld?
"De energietransitie is een goed voorbeeld van een sector die compleet is heringericht. We gingen van centrale overheidsplanning naar een marktgerichte ordening. Dat had voordelen, maar ook een groot nadeel: samenwerking en afstemming zijn daarin vaak niet goed geregeld. Netbeheerders, commerciële aanbieders, gemeenten en burgers hebben elkaar nodig, maar hun prikkels zijn verschillend en hun belangen soms zelfs strijdig met elkaar. Soms makende regels het zelfs moeilijker om oplossingen te vinden. Een voorbeeld: tot voor kort mochten netbeheerders niet investeren in opslagcapaciteit, terwijl juist dat kan helpen om het net stabiel te houden. Dat soort blokkades moet je durven weg te nemen.”
Wat heb je opgeschreven in je essay voor netbeheerder Alliander?
“Alliander vroeg mij te onderzoeken hoe we strategische dilemma’s in de energietransitie beter kunnen aanvliegen. Ik heb een afwegingskader ontwikkeld dat helpt om keuzes te maken: wanneer kun je voldoende uit de voeten binnen het bestaande speelveld, wanneer moet je spelregels aanpassen en wanneer is er fundamentele verandering nodig? Dat kader heb ik in vier casussen toegepast: elektriciteitsopslag, openbaar vervoer, passende zorg in de regio en de jeugdzorg. Juist door te kijken naar verschillende domeinen zie je vergelijkbare patronen. De ervaring leert dat 'second-best'-oplossingen vaak de meest haalbare zijn.”
Wat is de belangrijkste les die je mee wil geven richting de toekomst?
“De belangrijkste les is: blijf pragmatisch. Grote stelselwijzigingen kosten enorm veel tijd en brengen hoge transitiekosten met zich mee. Vaak kun je sneller stappen zetten door beter gebruik te maken van wat er al is, of door kleine aanpassingen in regelgeving. Tegelijkertijd moet je veel investeren in samenwerking. Maar dat is niet eenvoudig. Belangen kunnen botsen en vaak is het ploeteren. Toch kom je zonder gedeelde verantwoordelijkheden nergens. Of het nu gaat om het energiesysteem, de zorg of het openbaar vervoer: effectieve coördinatie is de sleutel om transities echt verder te brengen.”
Wat heb je zelf als waardevol ervaren in dit proces?
“Voor mij persoonlijk was dit verzoek een verdieping van het essay dat ik schreef bij de afronding van mijn adviesloopbaan. Ik kreeg van Alliander alle ruimte om mijn eigen insteek te kiezen en heb het denkraam én de casussen kunnen toetsen bij externe deskundigen. Dat heeft de kwaliteit enorm versterkt. Mijn ambitie was om met deze beschouwing handvatten te bieden zonder te vervallen in blauwdrukken. Het zoeken naar dat evenwicht – niet streven naar perfectie, maar naar werkbare oplossingen – vond ik een heel inspirerende zoektocht.”
Nieuwsgierig geworden? Lees hier Maartens essay!